Nabeschouwing

Een analyse van het Radio 1 debat door debatexperts van Debatrix

Het eerste debat tussen de lijsttrekkers op Radio 1 werd volgens de debatexperts van Debatrix gedomineerd door Mark Rutte. Hij maakte het zijn directe tegenstanders lastig door genadeloos te hameren op de bezuinigingen en hen vaak hard aan te vallen. Cohen en Balkenende bleven overeind maar zijn beschadigd. De grote verrassingen in dit debat waren André Rouvoet en Marianne Thieme.

Het eerste verkiezingsdebat is vaak toonzettend voor de andere debatten en de rest van de verkiezingsstrijd. Hoe deden de lijsttrekkers het?

Mark Rutte (VVD) deelde in dit debat rake klappen uit. Voornamelijk Cohen en Balkenende moesten het ontgelden. Rutte koos ervoor Cohen aan te vallen op zijn sterkste punt in de ogen van de kiezer: leiderschap. “Zullen we eens kijken hoe de heer Cohen de boel bij elkaar heeft gehouden”, vroeg hij. Daarna somde hij drie incidenten op waarbij hij wilde laten zien dat Cohen geen leider is.

In het debat eiste Rutte de meeste spreektijd op. Hij heeft precies 9 minuten gesproken over de verschillende stellingen. Dat is ruim een volle minuut meer dan de nummer 2, Jan Peter Balkenende.

Job Cohen (PvdA) sprak traag, was soms vaag en – erger nog – vocht niet terug tegen de harde aanvallen op zijn leiderschap van Rutte. Boven de partijen staan is niet hetzelfde als niet reageren op aanvallen.

Jan Peter Balkenende (CDA) profileerde zich meer als strijdbare oppositieleider dan als premier. Hij werd vaak aangevallen maar viel zelf ook vaak aan. Verder probeerde hij in het begin het debat naar zich toe te trekken door van de hypotheekrenteaftrek een breekpunt te maken.

Femke Halsema (GroenLinks) leverde een redelijke prestatie af in het debat. In het debat over de AOW ging ze de SP-kiezer achterna door te beweren dat haar partij echte werkgelegenheid biedt.

Emile Roemer (SP) was een factor zonder betekenis in het debat. Zelfs over een typisch SP-onderwerp – marktwerking in de thuiszorg – ontbrak het hem aan bezieling. De woorden die hij uitspreekt zijn technisch correct maar missen emotie.

Alexander Pechtold (D66) slaagde er niet in zich onderscheidend op te stellen. Op onderwijs – het punt waarop D66 zich graag profileert – zei Pechtold: “zaken zoals salarisverhoging, klassenverkleining en innovatie, daar zijn we het allemaal over eens”.

André Rouvoet (ChristenUnie) liet consequent zijn eigen geluid horen. Daardoor speelde hij geen voorname rol in het debat maar sprak hij waarschijnlijk wel zijn doelgroep aan. Verder profileerde hij zich sterk op sociale punten. “De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen”, hield hij vooral Balkenende voor.

Marianne Thieme (Partij voor de Dieren) leverde een knappe prestatie af. In een debat tussen haar en Rutte en Cohen, hield ze zich staande. Ze wist een debat tussen alleen Cohen en Rutte, de gedoodverfde premierskandidaten, over veiligheid af te houden door ook haar eigen standpunten te agenderen: milieu en internationale rechtvaardigheid.

De enige kans van Kees van der Staaij (SGP) om mee te doen aan een verkiezingsdebat greep hij niet met beide handen aan. Maar door zijn gedegen en zorgvuldige indruk zette hij de consistente lijn van Bas van der Vlies voort.

Rita Verdonk (Trots) moet oppassen geen karikatuur te worden van zichzelf. Ze komt permanent overdreven boos over en neemt altijd een standpunt in aan het uiterste van het politieke spectrum. Zo pleitte ze in het debat voor een terugkeer van de gulden.

Het volgende debat is alweer a.s. zondag op RTL4. Alleen Rutte, Cohen, Balkenende en Wilders doen daar aan mee.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *